Basiliscus galeritus

Leefgebied Basiliscus galeritus

In de regenwouden van Columbia en Ecuador, aan de Pacific kust. Je vindt ze meestal in bomen, struiken, rotsen en stronken aan de oevers van beekjes of riviertjes.

 

Foto Gunther Köhler. 

Kweek

Van juni tot oktober zijn in de natuur de meeste legsels geregistreerd, meestal tussen 5 en 10 eieren, maar men heeft ook enkele legsels van zo'n 18 eieren gevonden. De eieren zijn meestal 19-23 mm lang. De incubatietijd bedraagt bij 28ºC 69-88 dagen.
De jonge basiliskjes zijn 12 tot 14 cm lang. 

Beschrijving

Lengte, inclusief staart, 70-80 cm. De rug is olijfgroen, met een hele rij verticale roodbruine strepen. Deze strepen kunnen vervagen naarmate ze ouder worden. De buik is roodbruin en de keel wit/geel. De mannetjes hebben alleen een grote ronde kam op het hoofd, geen rug- en staartkam. Op hun rug hebben ze een driehoekige schubbenrand, de grotere driehoekige schub wordt afgewisseld door 2-4 kleinere schubben. Dit zie je ook bij de vrouwtjes, alleen zijn de rugschubben iets kleiner. Ook haar kopkam is veel kleiner. Maar van de basiliskenvrouwen is haar kopkam het grootst.
Spacer.gif

Gedrag

Daar deze basilisk zelden in gevangenschap wordt gehouden is vrij weinig over hun gedrag bekend.
Daar de mannen zeer onverdraagzaam naar elkaar toe zijn, kun je ze het beste paarsgewijs houden. De vrouwtjes zijn altijd paringsbereid, dus na enkele legsels is het verstandig het vrouwtje een tijdje af te zonderen zodat ze tot rust kan komen.
 
 

Terrarium

Vaak wordt geadviseerd dat voor een koppel een terrarium van zo'n 150x80x180 cm groot nodig is, waarbij de hoogte van belang is, daar ze graag klimmen. Bij voorkeur met een flinke waterpartij, zodat ze volop kunnen drinken, badderen, zwemmen en afkoelen. De ideale watertemperatuur is 25-28 ºC. De temperatuur in de bak 28-30 ºC en enkele warmtelampen waaronder ze kunnen zonnen, waar het zo'n 40 ºC mag worden. 's Nachts mag de temperatuur afkoelen tot 20-25 ºC. De bak heeft een hoge luchtvochtigheid nodig tussen 70-90%, 's nachts mag dit tot 100% oplopen. In de regentijd mag de bak 2 tot 3x per dag langere tijd besproeid worden, in de droge tijd is 3-4x per week voldoende.
Spacer.gif
Spacer.gif

Voeding

Morioworm200.gif
Ze eten voornamelijk insecten (krekels, sprinkhanen, wasmotten, wandelende takken, moriowormen e.d), maar ook nestmuizen, slakken, vis, regenwormen en sommigen lusten af en toe ook zoet fruit. Geef ze een paar keer per week enkele 'prooien'. Voor de jonge basiliskjes, buffelowormen, meelwormen, krulvliegen e.d. In de natuur eten ook graag vis en garnalen, ze vangen vrij makkelijk kleine visjes uit de rivier.
Vorig artikel Basiliscus vittatus
Volgend artikel Onze ervaringen
Back To Top