Zuidelijk Afrika

Afrika001.jpgZimbabwe-Botswana-Namibie en Zuid-Afrika / oktober/november 1995 Onze rondreis begon slecht, door een overboeking van de KLM, kon onze groep van 9 man (met Baobab) niet vertrekken. Na een compensatievergoeding van de KLM van f 700,00 ontvangen te hebben, werden we per taxi naar het Swisshotel naast de Dam gebracht. Een diner, de volgende dag er een dagje Amsterdam van gemaakt en daarna met de nachtvlucht naar Nairobi, daar 6 uur gewacht alvorens naar Harare te kunnen vliegen. Door deze pech wel alvast een goed groepsgevoel gekregen en proberen de stemming er in te houden, ondanks het verlies van 2 dagen van de rondreis. En het was al een strak reisprogramma van 6000 km. De reisleidster die ons in Harare opwachtte, had al de nodige maatregelen getroffen.Afrika002.jpg De open truck waarmee we zouden reizen, compleet met 12 vliegtuigstoelen en kampeeruitrusting was al naar Bulawayo vertrokken en wij vertrokken 2 uur na aankomst met de nachttrein naar Bulawayo. Geen Great Zimbabwe Ruins, maar zo kon 1½ dag ingehaald worden. ’s Ochtends vroeg kwamen we in Bulawayo aan, de tenten eerst opgezet, even de stad in geld wisselen en op naar Matopos, een prachtig natuurreservaat met schitterende rotsformaties nabij Bulawayo. Gelijk al de eerste giraffen, impala’s en apen gezien.  Het graf van Cecil Rhodes bezocht, hij wist wel waar hij begraven wilde worden, vanaf daar een schitterend vergezicht over Matopos.

Afrika004.jpgVanuit Bulawayo vertrokken we naar Botswana, naar de Okovango Delta. Vanuit Maun vertrokken we eerst met een soort speedboot een heel stuk de delta in, totdat de stroompjes minder diep en breed werden. Daar werden we opgewacht door een stel mannen met mokoro’s, uitgeholde boomstammen. 2 aan 2 gingen we per mokoro verder de delta in. De Okovango Delta is een schitterend natuurgebied, het is de enige rivier die niet naar zee stroomt en een delta midden in het land heeft. De combinatie van een zeer droge savanne, met groen langs al haar stroompjes, maakt het tot een heel uniek gebied. Al gauw zagen we de eerste olifanten, we wilden toen aan land gaan, om ze van iets dichterbij te kunnen fotograferen, maar daar waren ze niet van gediend. We kregen een kleine waarschuwing, wat stampend en briesend, met de oren klapperend kwam 1 olifant enkele meters naar ons toe, totdat wij weer in onze mokoro verder gingen, toen liep hij weer terug naar de groep. Het lijkt erop dat 40-50 m de afstand is tot waar je bij veel grotere dieren mag komen, voordat ze wegvluchten of een waarschuwing geven. Heerlijk is dat zo in een mokoro rond te varen, om de haverklap is er wel wat te zien.  Ter afkoeling af en toe een duikje in het water, het is echt heet in de brandende zon. In de namiddag kwamen we bij de plek waar we ons bushkamp op zouden zetten, met op nog geen 100m afstand 2 olifanten, aan de overkant van de stroom. Snel de tent opgezet en de camera gepakt. Ze waren ondertussen wat dichterbij gekomen, zandbaden aan het nemen en wat later bij het water een douche. Ze kregen nog gezelschap van een 3e olifant. Toen de zon onderging kwamen plots 6 olifanten van achter ons kamp vandaan. Het zijn echt enorme beesten. ’s Avonds werden we getrakteerd op een prachtig openluchtconcert van brulkikkers, bavianen en hyena’s. Rustig naar de wc gaan was er hier niet bij, met een schop verdween je achter de struiken, al waar je door diverse bavianen werd gadegeslagen, heel nieuwsgierig wat jij daar deed. Af en toe wilde een mannetje nog wel heel dicht in de buurt komen, dan had je de schop klaar om een eventuele aanval af te slaan. Maar 5m vonden ze wel een respectabele afstand. Na de 2e dag was je al het bekijks al gewend. We bleken echt midden in een olifantengebied te zitten overal in en rondom ons kamp lagen hun uitwerpselen, en aan alle kanten van het kamp zag je regelmatig olifanten, de meeste wel op afstand.  Vanuit het kamp enkele gamewalks gedaan, in de vroege ochtend, rond de middag hingen we wat rond in het kamp, in de schaduw, want het was dan echt bloedje heet, of je nam een verfrissende duik in het stroompje. Op onze laatste dag daar, zagen we op de plek waar we steeds gingen zwemmen een groene mamba in het riet, een van de giftigste slangen van Zuidelijk Afrika, en daar hadden we dan een paar dagen op blote voeten rondgelopen en gezwommen. In de namiddag gingen we er met de mokoro op uit. Aardig wat gezien, elke paar honderd meter was het weer raak en aardig wat afwisseling, zowel qua flora als fauna. Ook onze eerste nijlpaard gezien. De mensen hier zijn als de dood voor nijlpaarden, er vallen veel meer slachtoffers door nijlpaarden als door wat voor een roofdier dan ook. Als ze met de mokoro’s varen, wordt steeds heel voorzicht de duwpaal in de grond gezet, want ze zouden hem toch eens per ongeluk op een slapend nijlpaard kunnen plaatsen. Ons eerste nijlpaard was niet zo actief, draaide een beetje in het water rond, continue met zijn oren klapperend.

Na terugkomst in Maun trokken we de Kalahari in, we overnachtten in Gantsi een gehuchtje midden in de Kalahari. Gantsi wordt bevolkt door semi-bosjesmannen, die niet echt meer traditioneel leven. Er zijn nog zo’n 6000 bosjesmannen die traditioneel leven, zo’n 4000 in Botswana, bijna 2000 in Namibië en 43 in Zimbabwe. Nog een bosjesmannenamulet gekocht. Daar we nou in de tuin van een hotelletje kampeerden, waren wij de enige die de tent hadden opgezet i.v.m. de muggen. We lagen net in onze slaapzakken, toen het begon te regenen. Midden in de Kalahari! Sinds jaren had het hier niet meer geregend. In heel Zuidelijk Afrika zat men met smart op regen te wachten, ze zaten met de grootste droogte in jaren, de ene oogst na de andere mislukte. Helaas stelde de regenbui niet zo veel voor, binnen 10 minuten hadden de anderen hun tent opgezet en even later was het al weer droog. Maar de volgende ochtend overal een zacht groene waas. Afrika011.jpgHadden we de dag ervoor alleen maar door een kurkdroge woestijn gereden, met hier en daar een verdroogde struik. Nou zag je overal wat groeien en bloeien, alsof overal groene dekens gespreid lagen. In Namibië eerst Windhoek kort aangedaan, het deed heel Duits aan, Apfelstrudel gegeten en toen door naar Sesriem en Sosusvlei in de Namib. De Namib is onbeschrijflijk mooi, zo woest en onherbergzaam en adembenemend mooi. En heel afwisselend, elke Afrika018.jpgpaar uur veranderde het landschap waar we langs kwamen en elke keer weer even indrukwekkend. In Sossusvlei, de hoogste zandduinen ter wereld beklommen, een zware tocht.  Ze waren zo majestueus en soms net een maanlandschap. We zijn enkele dagen in de Namib gebleven. Het is zo’n kurkdroog gebied en toch wordt het door tal van dieren bewoond, struisvogels, gems- en springbokken, stokstaartjes enz.  Op verschillende plekken zie je nog bomen, zowel groene als verdorde. Er hing een heel apart sfeertje, wat ons erg aansprak, de ene foto na de andere genomen. Vanaf Sesriem reden we naar Swakopmund en weer door een heel apart landschap, allemaal dunne laagjes leisteen die schuin uit de grond staken en zo hele wanden vormden.Afrika015.jpg Mooie cocobomen in de verder kale omgeving.  Bij een fotostop zagen we dat de hele grond bezaaid lag met glinsterende steentjes. Er zouden ook robijnen liggen en binnen 5 minuten al 6 kleine robijntjes gevonden. Wel heel klein, als je ze zou laten slijpen zou er niet veel meer overblijven, maar toch heel leuk 


In Walvisbaai de flamengo’s bewonderd, schitterend om ze over het water te zien lopen en langzaam zien opstijgen. Afrika022.jpgVanuit Swakopmund wilden we ’s middags gaan vliegen, in kleine 4 tot 6 persoonsvliegtuigjes zouden we over land naar Sesriem en Sossusvlei vliegen, dan door naar de kust, naar de robben en pinguïnkolonies en naar de 2 enorme scheepswrakken die enkele honderden meters landinwaarts liggen. Bij ons slaat de zee langzaam maar zeker steeds iets van onze duinen weg, hier nemen de duinen beetje bij beetje toe, vandaar dat scheepswrakken soms honderden meters landinwaarts kunnen liggen. Maar we hadden pech, bij het starten bleken er problemen met de motor te zijn. Wij jaloers kijkend naar het andere vliegtuigje dat wel de lucht inging. Maar voor de volgende ochtend een nieuwe afspraak gemaakt. ’s Avonds was het groepje in het andere vliegtuigje nog steeds niet terug, hun bleken kort na de start motorproblemen te hebben gekregen en moesten in Walvisbaai een noodlanding maken. Even getwijfeld of we de volgende dag zouden gaan vliegen, maar we gingen er vanuit dat de piloot niet zou starten als hij het niet vertrouwd. De volgende ochtend heel vroeg op, bij de eerste lichtstralen de lucht in, maar we zaten nog geen 10 minuten in de lucht of alles begon toen dicht te trekken, er kwam mist vanuit zee opzetten. De piloot vroeg toen wat wij wilden, verder vliegen met grote kans weinig te zien, of terug naar het vliegveld dan kregen wij ons geld terug. Afrika024.jpgDaarvoor vonden we f 275,00 te duur en zijn we weer terug gegaan. 2 Dagen later lazen we in de krant, dat de dag erna een vliegtuigje was gecrasht, met foto. Het toestel waar wij in hadden gezeten. 
Vanuit Swakopmund naar Kaap Kruis gereden, de robbenkolonies. Ook weer schitterend om de tienduizenden robben te zien, velen hadden nog jongen. Je kon er uren naar kijken, hoe ze met elkaar omgaan! Een jong was zijn moeder kwijt, heel sneu, overal roepen, bij heel wat vrouwtjes proberen te drinken, werd hij besnuffeld, nee het was niet hun jong, dus werd hij weer weggejaagd. Tot voor 2 maanden telde Kaap Kruis zo’n 40.000 robben, maar ze hebben er toen zo’n 30.000 afgemaakt vanwege de overbevolking, slecht voor de visvangst. Het was er nou al aardig vol, hoe moet het er toen niet hebben uitgezien? Wel een hele herrie en stank, al die jankende jongen, net krijsende baby’s. Die avond hadden we een beachkamp, was het in Sesriem nog bloedje heet, midden 40 graden, aan de kust was het heel wat frisser, koud zelfs. We hadden een open truck, dus je voelde de koude wind goed. Die avond aan het strand, eerst een stuk hard gelopen, om niet verkleumd de slaapzak in te kruipen. Het strand lag daar bezaaid met botten, van robben, walvissen enz. De walvisbotten waren echt enorm. De volgende ochtend gingen we naar de Skelettenkust.Afrika032.jpg De skelettenkust heeft haar naam te danken aan de verschillende scheepswrakken die er liggen, maar ik zou zeggen ook van de dieren, daar lagen er ook heel veel van. Van de vele scheepswrakken was niet meer zo veel overgebleven. .
En weer door een heel ander landschap reden we naar onze volgende kamp, Twijfelfontein. Daar de 4000 jaar oude rotstekeningen van de bosjesmannen bewonderd, echt schitterend, zo mooi had ik ze nog nooit gezien, hele dierentuinen, en prachtige rotsformaties.  De bosjesmannen hadden daar ooit in grotten gewoond, maar die waren nou grotendeels ingestort en naar beneden gevallen, daar door lagen de meeste rotstekeningen zo in de openlucht. Je hebt daar heel wat zandstormen, sommige rotsen zijn al helemaal verslepen door het zand. Waarschijnlijk zijn al heel wat rotstekeningen verloren gegaan en zullen deze ook weldra aan de beurt zijn.Afrika044.jpg
Vanuit Twijfelfontein gingen we naar het Etosha reservaat, we waren nog maar net het park ingereden of we moesten stoppen voor overstekende olifanten, nog geen 10m voor onze truck, we bleken elke paar minuten wel voor kuddes impala’s, gemsbokken en soms olifanten te moeten stoppen. In Etosha mag je de auto niet uit, daar staan enorme boetes op. Hier hadden we een echte camping, ze hadden bij de camping een waterpoel aangelegd, met zo’n 20m van de poel een muurtje met daar achter banken.  Bijna de hele dag door waren er volop dieren te zien, de ene kudde komt, de andere gaat. Je kon er gewoon gaan zitten en wachten en de hele rangorde van wie eerst mag drinken, zien. Vooral de giraffen zijn leuk om te zien drinken, langzaam zetten ze hun poten steeds iets verder uit elkaar, totdat ze eindelijk kunnen drinken. Afrika041.jpgDit gaat netjes om de beurt, steeds houdt iemand de wacht, ze zijn echt heel voorzichtig, het duurt een hele tijd voordat ze gaan drinken. Dit in tegenstelling tot de zebra’s, impala’s en koedoes, die gaan gewoon 'en masse' drinken. De volgende ochtend hadden we eerst een gamedrive met onze truck, maar dit was een beetje teleurstellend, vrij weinig wild. Aan de poel zag je veel meer, dus daar de rest van de dag ook blijven zitten. De volgende dag tijdens de gamedrive meer geluk, zelfs 1 van de pas uitgezette 4 witte neushoorns gezien het Ethoshareservaat is de helft van Nederland. De witte neushoorn is een stuk groter dan de zwarte, ook de kop is veel anders. De avond ervoor aan de poel een moeder zwarte neushoorn met jong gezien, er staan 4 schijnwerpers bij de poel, dus je kunt ook ’s avonds blijven kijken. Dit was een heel mooi gezicht, er was juist een olifant aan het drinken, toen kwam ma met haar jong er aan, het jong meteen drinken en ma rondkijken. Ziet de olifant en de olifant ziet haar en wordt wat onrustig en wil weggaan. De gemakkelijkste weg was langs ma, maar ma staat een beetje dreigend te snuiven en te briesen en naar de olifant te kijken. De olifant is een stuk groter, maar wordt steeds onrustiger, loopt voorzichtig die kant uit, ma gaat nog meer dreigen, loopt de olifant uiteindelijk achterwaarts langs het muurtje weg. Helaas hoorden we dat de laatste nacht er zelfs een groepje van 5 leeuwen was komen drinken, hiervoor waren we heel graag uit de slaapzak gekomen. Maar later toch tijdens een gamedrive, op weg naar een ander kampement in Etosha 6 leeuwinnen gezien. Weliswaar van een afstand, luierend in de schaduw van een boom.  Toen een kudde zebra’s langskwam, hielden ze de kudde goed in de gaten, maar toen ze door de zebra’s waren opgemerkt, gingen ze weer liggen.  Bij het volgende kampement, ook met poel, was een hele kudde vrouwtjesolifanten met jongen van diverse leeftijden, zo’n 25-30 stuks. Je zag ook echt dat de oudere ‘jongen’ echt op hun jongere broertjes en zusjes pasten. Toen we aankwamen, zagen we juist een groepje olifanten de poel naderen met nog een echt kleintje. Ze stapten allemaal over een omgevallen boom heen, zo ook de kleinste. Maar de boom was een beetje te groot voor hem, nadat hij zijn voorpoten erover had, zat hij vast, hij kreeg zijn achterpoten er niet overheen. Ondertussen keerden oudere broers en zusters terug om hem aan te moedigen, te vergeefs. Toen kwam moederolifant eraan, met een zijwaarts duwtje, waar de boom wat smaller werd, lukte het de kleine om er overheen te komen. Een schitterend gezicht, heel de groep wacht, kijkt toe en moedigt aan. Ook bij de poel was het een schitterend gezicht hoe moeders hun jongen wasten, beschermend hun slurf over hen heen legden. Afrika054.jpg
Vanuit Etosha reden we naar Tsumeb en Grootfontein. Bij Grootfontein, de grootste meteoriet ter wereld bewonderd, een enorme bonk staal. Verder doorgereden naar de Popufalls, vlak bij de grens met Botswana en via het Chobe reservaat, Botwana, doorgereden naar de Victoriafalls.  Ondanks dat de Victoriafalls zeer indrukwekkend waren, vielen ze ons toch wat tegen. Wegens de enorme droogte, waren de falls nog niet de helft van wat ze normaal zijn. Dan moeten ze zo’n 1700m breed zijn. Het stikte daar van de apen, Afrika064.jpgzelfs de camping zat vol met apen, brutaal dat ze waren. Je kon niets een ogenblik laten liggen, alles steeds goed in de tent opbergen, anders was je het kwijt.  Naar een traditionele dansavond geweest en de volgende dag naar Zambia, om van die zijde aan de raft op de Zambesi te beginnen. De eerste dag van bovenaf al diverse stroomversnellingen gezien, enkele kanoërs de versnellingen zien nemen en over heel wat keren over de kop zien gaan. Bij sommige stroomversnellingen moesten ze vanwege de lage waterstand en alle uitstekende rotsen, met de kano over de rotsen klimmen. Heel wat enge verhalen over raftongelukken gehoord. Maar je komt niet naar de Zambesi en de Victoriafalls en dan niet raften. Je had de keus over een hele dag raften en een halve dag, we hebben voor de halve dag gekozen met 11 grote stroomversnellingen.Afrika059.jpg Een hele belevenis, op sommige momenten was het nogal eng, maakten we flinke smakkerds, vloog je helemaal de lucht in, je alleen aan de touwen vasthoudend en dan weer neerkomen, op elkaar vallend. Ik zat vol met blauwe plekken en had me de dag erna een spierpijn.  Op een wat rustiger stuk van de rivier, dacht iemand van onze groep even te gaan zwemmen, op dat moment zagen we juist een krokodil vanaf de kant het water in glijden, hij zag het ook. Nog nooit zo snel iemand weer de boot in zien klimmen. Van toen af aan was het echt goed vasthouden dat je niet uit de boot werd geslingerd, een paar keer er bijna uitgeslingerd, Han kon met nog net op tijd vastgrijpen en naar binnen trekken. 2 waren er wel uit de boot geslingerd, 1 van hen was flink tegen de rotsen aan geslagen, zijn hele been beurs en opgezwollen, zijn duim ook, tot flink bloedens toe. Hier was ik een beetje bang voor geweest. Voor de meeste was dit het einde van de vakantie, maar wij zouden nog 2 weken naar Zuid-Afrika op duikvakantie gaan. En als je dan verwondingen aan armen of benen zou hebben! Maar op blauwe plekken en wat schaafwonden na, helemaal niets. Jamjammi de beschermgeest van de Zambesi had ons goed beschermd, niet voor niets een sleutelhanger van Jamjammi gekocht. Vanuit de Victoriafalls, vlogen we terug naar Harare.

De rest vloog terug naar Amsterdam en wij naar Durban, waar we een auto hadden gehuurd en doorreden naar Sodwana Bay. Wij dachten dat we een duikresort hadden geboekt, maar het was meer een familieresort, vol met gezinnen en dikke mannen die naar Sodwana Bay kwamen om op marlijn te vissen. Er was aangrenzend een camping, hier zaten wel enkele duikers. Wij waren de enige buitenlanders, de rest waren blanke Zuid-Afrikanen die hier kwamen voor een lang weekend vissen of om te duiken. Het was steeds een complete chaos op het strand, tientallen 4WD’s, overal vrouwen en kinderen op het strand, de mannen bij de speedboten, hun gevangen marlijnen meten en showen en dan een paar groepjes duikers. Het was steeds een komen en gaan van boten. Alles begint ’s ochtends al om 6.00 uur zodra het licht wordt, tot begin van de middag, dan verdween de hele meute. Het duiken op zich was niet zo bijzonder, er zat wel redelijk wat vis, maar niet zo veel verschillende soorten en ook geen bijzondere en grote koralen. De meeste duikstekken waren allemaal hetzelfde, zonder echte uitschieters. Dit wisten we, maar we waren gekomen voor de walvishaaien. Toen we de eerste dag vroegen, en zijn er de laatste weken nog veel walvishaaien gezien, schoot de duikinstructeur in de lach. Walvishaaien zien, dan zit je in het verkeerde seizoen. Wij verbaasd, juist oktober en november zou het walvishaaienseizoen zijn. Dat klopte ook wel, maar ze zien was anders. Afrika076.jpgVeel bewolking, slecht weer, een onrustige zee met hoge golfslagen, betekende nauwelijks kans om een walvishaai te zien. En wat voor een golfslagen, de duikboten moesten wachten op de juiste golf, dan schuin de golf opschieten en erover heen. Elke keer was het voor mij raak, flink zeeziek, over moeten geven. Normaal gaat het over zodra ik in het water duik, maar ook onderwater had je veel last van deining, zelfs onderwater moeten overgeven. Maar dit lokt de vissen! Als het te erg was geworden, hield ik de 2e duik voor gezien. Na een week van geen bijzondere duiken, dus maar naar het Hluhluwe Game Resort gereden voor een gamedrive, zo’n 100 km van Sodwana Bay. Dat was schitterend, en heel veel anders om het nou in een eigen auto te doen, je eigen tempo te bepalen, stoppen wanneer je maar wilt.  Afrika077.jpgEn heel wat neushoorns gezien, vaak van heel dichtbij, zo’n 5 tot 10 m naast de weg. De eerste 2 lagen lekker luierend in een modderpoel 2m van de weg. In de andere parken hadden we geen buffels gezien, die zag je hier volop, ook enorme beesten. Ook hadden we eerder nog geen krokodillen gezien. Vanuit Sodwana Bay was er een excursie naar een meer waar zo’n 150 nijlpaarden zouden zitten. Die hadden we nog niet in grote getale gezien. Dus per jeep daar naar toe. Maar we hadden ook daar pech, wegens het slechte weer, enorme stortbuien, bleven de meeste nijlpaarden het liefst onder water, alsof ze bang waren van de regen. Af en toe zag je enkele oortjes boven het water uitkomen. Maar op de op een na laatste duikdag hadden we geluk. We gingen juist weer terug met de boot, toen Han riep, een walvishaai, hij had een donkere vlek gezien. De bootsman nam hem niet echt serieus, maar iedereen riep draaien, wij draaien en inderdaad het was een walvishaai. Een enorm beest, weliswaar nog jong, maar toch al zo’n 7-8m. Ondertussen snel de vinnen aan, duikbril en snorkel op en in het water gesprongen. Ik sprong juist boven zijn kop in het water, 1m onder mij zwom hij langzaam weg. Ik zwom wel mee, maar hij ging natuurlijk veel sneller. Schitterend om hem zo langzaam onder je weg zien te zwemmen. Afrika081.jpgHan had de pech dat hij aan de verkeerde kant van de boot zat, vanwege de videocamera die iemand anders moet aanreiken liep hij ook nog enige vertraging op, dus hij heeft hem alleen uit de verte zien wegzwemmen. En hij had hem nog wel als eerste gezien. Helaas zijn de opnames niet zo bijzonder, van een afstand en zo vlak onder het wateroppervlak heb je niet zoveel contrast en heeft de camera wat moeite met scherp stellen. Vanwege het slechte weer van de laatste week, besloten een dag eerder naar Durban te rijden, de eerste 80 km was zandweg, toen meer een modderweg. We kwamen niet vast te zitten, maar wel enkele schuivers gemaakt, 1x zelfs een draai van 360 graden. Het grappige was dat wij al gauw een hele rij auto’s achter ons hadden, allemaal 4WD, die ook uit Sodwana Bay vertrokken vanwege het noodweer. Niemand probeerde ons ook maar in te halen, alsof ze dachten als die Volkswagen Golf het haalt, dan halen wij het ook. Maar voor de middag kwamen we al bij de grote weg, toen besloten als afsluiting van de vakantie nogmaals naar het Hluhluwe Game Resort gaan, nog een laatste blik op al het wild. Ook met slecht weer, nog heel wat dieren gezien.

Vorig artikel Helengeli
Back To Top